zondag 14 juli 2024 om 09.30 uurSt.-AgathatsjerkeVoorganger(s): Ds. J. Goorhuis, Smalle Ee Ouderling(en): Willem Bouma Organist: Alex Brouwer Diaken van Dienst: Jan Benedictus INLEIDING
De verkondiging van het Woord is een riskante onderneming. Die ervaring doet Jezus op in de synagoge te Nazaret: aanvankelijk wordt Hij op handen gedragen, maar even later gooien ze hem de stad uit. Wanneer Ezechiël tot verkondiging geroepen wordt zegt God: wees niet bevreesd, maar spreek mijn woorden of ze het nu willen horen of niet. Ook Paulus lijkt ervaring te hebben met beledigingen en vervolgingen omwille van Christus. Hoe zou dat allemaal toch komen?
AANVANG zingen psalm 47, 1 en 2 bemoediging v. Onze hulp is de Naam van de Heer, a. Die hemel en aarde gemaakt heeft. v. Die niet laat varen het werk van zijn handen a. Die trouwe houdt tot in eeuwigheid. drempelgebed v. God, dat Gij regeert, dat uw Woord, ook al wordt het in zwakheid volbracht, het aards geweld overwint, dat is onze hoop en ons vertrouwen. a. Door Jezus Christus, onze Heer. v. Amen zingen psalm 47, 3
kyriëgebed v. God, Gij die Israël bevrijdde uit slavernij en die Jakob een plek onder de zon hebt gegeven, wij bidden: ontferm U ook vandaag met uw geduchte kracht over alle mensen die geen plek hebben om hun hoofd neer te leggen, die worden opgejaagd en weggevaagd. Ontferm U Heer, laat de hele aarde mogen horen naar uw Woord opdat onrecht en geweld zullen wijken voor vrijheid vrede en vreugde. Zo bidden wij U en zingen: kyrië- en gloriehymne lb 299 e DE HEILIGE SCHRIFT groet v. De Heer zal bij u zijn a. De Heer zal u bewaren. collecta
v. God, vervul ons met uw Geest, open onze ogen en oren voor Hem, de Enige in wie uw stem betrouwbaar tot ons komt: Jezus, onze bevrijder. a. Amen. eerste lezing Ezechiël 2, 1-7 Ik hoorde een stem die tegen mij zei: ‘Mensenkind, kom overeind, dan zal Ik met je spreken.’ Terwijl deze woorden klonken, voer er een geest in mij die me weer overeind deed komen, en ik hoorde dat er opnieuw tegen mij werd gesproken: ‘Mensenkind, Ik stuur jou naar de Israëlieten, naar dat weerspannige volk dat tegen Mij in opstand is gekomen. Tot op de dag van vandaag verzetten ze zich tegen Mij, zoals ook hun voorouders hebben gedaan. Naar dat volk, dat zo halsstarrig en eigenzinnig is, stuur Ik jou. Je moet tegen hen zeggen: “Dit zegt God, de HEER ...” En of ze nu horen willen of niet – het is immers een opstandig volk –, ze zullen weten dat er een profeet in hun midden is geweest. Maar jij, mensenkind, jij hebt van hun woorden niets te vrezen, je hoeft voor hen niet bang te zijn, al zijn ze als brandnetels en doornstruiken en belagen ze je als schorpioenen. Je hoeft je door dat volk niet te laten afschrikken of angst te hebben voor hun woorden, hoe opstandig ze ook zijn. Je moet hun laten weten wat Ik te zeggen heb, of ze nu horen willen of niet, hoe opstandig ze ook zijn. Jij, mensenkind, luister naar mijn woorden en wees niet opstandig zoals dat volk. Doe je mond wijd open en eet wat Ik je te eten geef.’
antwoordpsalm psalm 123 brieflezing 2 Korinthiërs 12, 1-10 Ik word er wel toe gedwongen hoog van mezelf op te geven. Daarom zal ik, hoewel het geen enkel doel dient, het hebben over visioenen en openbaringen die de Heer schenkt. Ik ken een volgeling van Christus die veertien jaar geleden tot in de derde hemel werd weggevoerd – in zijn lichaam of buiten zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen. Maar ik weet dat deze man – in zijn lichaam of zonder zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen – werd weggevoerd tot in het paradijs en dat hij daar woorden hoorde die geen mens kan en mag uitspreken. Van zo iemand wil ik hoog opgeven. Wat mijzelf betreft zal ik me slechts laten voorstaan op mijn zwakheden. En zelfs al zou ik hoog van mezelf willen opgeven, dan nog zou ik geen dwaas zijn, want ik zou de waarheid spreken. Maar ik zie ervan af, want ik wil worden beoordeeld op grond van wat men van mij hoort en ziet, niet op grond van de uitzonderlijke openbaringen die ik heb gekregen. Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan. Ik heb de Heer driemaal gesmeekt ervoor te zorgen dat hij bij me wegging. Zijn antwoord was: ‘Je hebt genoeg aan mijn genade, want mijn kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is.’ Dus laat ik me veel liever voorstaan op mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom schep ik vreugde in mijn zwakheden, in beledigingen, nood, vervolging en ellende die ik onderga omwille van Christus. In mijn zwakheid ben ik sterk.
acclamatie lb 339 f evangelie Lucas 4, 14-30 Vervuld met de kracht van de Geest keerde Jezus terug naar Galilea. Het nieuws over Hem verspreidde zich in de hele streek. Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen en werd door allen geprezen. Hij kwam ook in Nazaret, waar Hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond om voor te lezen, werd Hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en Hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat: ‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op Hem gericht. Hij zei tegen hen: ‘Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben in vervulling gegaan.’Allen betuigden Hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden, en ze zeiden: ‘Dat is toch de zoon van Jozef?’ En Hij zei tegen hen: ‘Ongetwijfeld zullen jullie Me dit gezegde voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. Doe alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kafarnaüm gebeurd is, ook hier in uw vaderstad.’Hij vervolgde: ‘Luister, Ik zeg jullie dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad. Maar Ik zeg het jullie zoals het is: in de tijd van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden lang gesloten bleef en er in het land een grote hongersnood uitbrak, waren er veel weduwen in Israël. Toch werd Elia niet naar een van hen gezonden, maar naar een weduwe in Sarepta bij Sidon. En in de tijd van de profeet Elisa waren er veel mensen in Israël met een huidziekte die hen onrein maakte. Toch werd niemand van hen gereinigd, maar wel de Syriër Naäman.’Toen de aanwezigen in de synagoge dit hoorden, ontstaken ze in grote woede. Ze sprongen op en dreven Hem de stad uit, naar de rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om Hem in de afgrond te storten. Maar Hij liep midden tussen hen door en vertrok.
acclamatie lb 339 a luisteroefening zingen lb 533 DE TAFEL mededelingen en toelichting diaconiecollecte, dankgebed, voorbeden, stil gebed, Onze Vader acclamatie: lb 367 e inzameling der gaven voor diaconie (1) en kerk (2) - 1e collecte: Kerk - 2e collecte: Diaconie slotlied lb 418 zegen |
terug |