It Ljochtbeaken Voorganger(s): Ds. A.H. Boschma, Drachten Ouderling(en): Neeltje Wiersma - Oosterhoff
Diaken van Dienst: Jan Benedictus Koster: Jan Pruiksma Beamist: Leonard Marinus
Tekst bij de liturgische schikking voor de Startzondag 2024.
De werkers in de wijngaard: een gelijkenis over Gods Koninkrijk, een nieuwe wereld waarin tijd (de klok) helemaal geen rol speelt. Je mag op elk moment aanhaken om ook jouw steentje hieraan bij te dragen. En….over het loon hoef jij je geen zorgen te maken, ieder die mee doet krijgt voldoende: de werkers van het eerste uur, maar ook de laatsten en hoe verrassend: allemaal even veel!
Thema: Als nieuw!
Woord van welkom
Intochtslied: Ps. 150: 1 en 2
1 Loof God, loof Hem overal.
Loof de Koning van ’t heelal
om zijn wonderbare macht,
om de heerlijkheid en kracht
van zijn naam en eeuwig wezen.
Loof de daden, groot en goed,
die Hij triomferend doet.
Hem zij eer, Hij zij geprezen.
2 Hef, bazuin, uw gouden stem,
harp en fluit, verheerlijk Hem!
Citer, cimbel, tamboerijn,
laat uw maat de maatslag zijn
van Gods ongemeten wezen,
opdat zinge al wat leeft,
juiche al wat adem heeft
tot Gods eer. Hij zij geprezen.
Stil gebed, bemoediging en groet
Toelichting thema en het logo van de startzondag.
Gebed om ontferming
Tijdens het gebed zingen wij Kyrie na de woorden “zo bidden wij U” Lied 367d
Wij zingen in Canon ons glorialied: Zoek eerst het Koninkrijk van God
2 Men kan niet leven van brood alleen,
maar van ieder woord
dat door de Heer gesproken wordt.
Hallelu, halleluja.
Refrein:
3 Bid en u zal gegeven zijn,
zoek en gij zult het zien,
klop en de deur zal voor u opengaan.
Hallelu, halleluja.
Refrein:
Gebed bij de opening van de Bijbel
Schriftlezing: Matteüs 20: 1-16 1Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2Nadat hij met de arbeiders een dagloon van één denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, 4zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar mijn wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. 6Toen hij tegen het einde van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” 7“Niemand heeft ons ingehuurd,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9En zij die er vanaf het einde van de dag waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. 10En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. 11Toen ze het geld hadden aangenomen, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12“Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” 13Hij antwoordde een van hen: “Vriend, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? 14Neem wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten hetzelfde geven als aan jou. 15Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Ben je jaloers omdat ik goed ben?” 16Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’
Lied 991: 1, 2, 3, 7, 8
1 De eersten zijn de laatsten,
wie nakomt gaat voorop,
zij moeten zich niet haasten,
die leven van de hoop.
2 God moge ons behoeden,
wij zien elkander aan,
de broeder kent de broeder
als een die voor moet gaan.
3 Zo staat het voorgeschreven,
zo is het steeds voorzegd,
wie achter is gebleven
krijgt eerstgeboorterecht.
7 Veracht dan niet de kleinen
en die verloren zijn,
want God noemt hen de zijnen
die laatgeboren zijn.
8 De eersten zijn de laatsten,
wie nakomt gaat voorop!
Kies dan de goede plaatsen
en geef uw hart aan God.
Ter Overdenking (6 blokjes) Na elk blokje zingen wij (2x)
Na laatste blok zingen wij: Lied 834
1 Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.
2 Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.
3 Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig licht,
van aangezicht tot aangezicht.
Dankgebed, voorbeden, stil gebed, en wij zingen de Friese bewerking van het Onze Vader
1 God fan fier en hein ús Heit, dat wy hilligje jo namme
ûnder ús sa faak ûntwijd, troch jo eigen bern beskamme.
2 Bûch de folken nei jo wet, lit jo ryk op ierde komme
byn jo wil ús op it hert en wy sykhelje ferromme.
3 Jou ús hjoed ús deistich brea, en ferjou wat wy misdiene
sa’t ek wy ferjûn ha, Hear, al dy’t skuldich foar ús stiene.
4 Lit oer ús gjin neare nacht, lied ús net yn blyn begearen
binne wy yn duvels macht, Hear, ferlos ús fan it kweade.
5 God fan fier en hein ús Heit, wûnder heimnis is jo namme
grut yn krêft en hearlikheid, oant yn alle tiden. Amen.
De kinderen komen terug in de dienst.
Inzameling van de gaven - Project Startcommissie
Slotlied: Lied 978: 1 en 4
1 Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzekere zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.
2 Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.