woensdag 6 november 2024 om 19.30 uur

Sint-Agathatsjerke
Voorganger(s): Dhr. E. van Halsema, Kampen
Ouderling(en): Sjoerdsje de Vries - Veltman
Organist: Kees Dijkstra

Diaken van Dienst: Jan Benedictus
Koster: Tineke Kooistra
Beamist: Pieter Lindeboom

 


 

Lied voor de dienst; Lied 720

Intochtslied  72: 1, 2 en5

Stil gebed – Votum en groet

Drempelgebed

Zingen Lied 713: 1

Johannes 4: 31 – 38

31 Intussen vroegen zijn discipelen Hem, zeggende: Rabbi, eet. 32 Hij zeide echter tot hen: Ik heb een spijs te eten, waarvan gij niet weet. 33 De discipelen dan zeiden tot elkander: Iemand heeft Hem toch niet te eten gebracht? 34 Jezus zeide tot hen: Mijn spijze is de wil te doen desgenen, die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen. 35 Zegt gij niet: Nog vier maanden, dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u, slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten. 36 Reeds ontvangt de maaier loon en verzamelt hij vrucht ten eeuwigen leven, opdat de zaaier zich tegelijk met de maaier verblijde. 37 Want hier is de spreuk waarachtig: De een zaait, de ander maait. 38 Ik heb u uitgezonden om datgene te maaien, wat u geen arbeid heeft gekost; anderen hebben gearbeid en gij hebt de vrucht van hun arbeid geplukt.

Zingen Lied 713: 2 en 5

Gebed om verlichting met de Heilige Geest

Lezen; Mattheus 6: 25 - 34

 25 Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten [of drinken], of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? 26 Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? 27 Wie van u kan door bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? 28 En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: 29 zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. 30 Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zó bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? 31 Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? 32 Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. 33 Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden. 34 Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.

Zingen Lied 910:2, 3 en 4

Lezen: Johannes 6: 1 – 15

6 Daarna vertrok Jezus naar de overzijde van de zee van Tiberias in Galilea. En Hem volgde een grote schare, omdat zij de tekenen zagen, die Hij aan zieken verrichtte. En Jezus ging de berg op en zat daar neder met zijn discipelen. En het Pascha, het feest der Joden, was nabij. Toen Jezus dan de ogen opsloeg en zag, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide Hij tot Filippus: Waar zullen wij broden kopen, dat dezen kunnen eten? Maar dit zeide Hij om hem op de proef te stellen, want Hij wist zelf, wat Hij doen zou. Filippus antwoordde Hem: Tweehonderd schellingen brood is voor dezen niet genoeg, als ieder een kleine hoeveelheid zal krijgen. Een van zijn discipelen, Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem: Hier is een jongen, die vijf gerstebroden en twee vissen heeft; maar wat betekent dit voor zovelen? 10 Jezus zeide: Laat de mensen gaan zitten. Nu was er veel gras op die plaats. De mannen gingen dus zitten, ten getale van omstreeks vijfduizend. 11 Jezus dan nam de broden, dankte en verdeelde ze onder hen, die daar zaten, evenzo van de vissen, zoveel zij wensten. 12 En toen zij verzadigd waren, zeide Hij tot zijn discipelen: Verzamelt de overgebleven brokken, opdat niets verloren ga. 13 Zij verzamelden die dus en vulden twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden, die overgeschoten waren, nadat men gegeten had. 14 Toen dan de mensen zagen, welk teken Hij verricht had, zeiden zij: Deze is waarlijk de profeet, die in de wereld komen zou.15 Daar Jezus bemerkte, dat zij zouden komen en Hem met geweld meevoeren om Hem koning te maken, trok Hij Zich weder terug in het gebergte, geheel alleen.

Zingen Lied 653: 1, 2 en 7

Overdenking

Zingen Lied 92: 1, 2, 3, 7 en 8

Gebeden – stil gebed – Onze Vader

Collecte: Diaconie

Zingen Lied 978: 1, 2, 3 en 4

Zegen


 

terug