It Ljochtbeaken Voorganger(s): Ds. Mw. L. Veerman-van Dijk met Gerlof Wiersma Ouderling(en): Eeuwe / Karin van der Velde
Diaken van Dienst: Joop Ybema Koster: Auke de Boer Beamist: Jan Uilke de Jong Muzikale medewerking: Anneke Volbeda en Leendert van der Zeep (viool) en Anneke Dijkshoorn (piano/muziekleiding) en Gerlof Wiersma (cello en preek)
Laten wij nu samen (SOW 80, canon) Laten wij nu samen, laten wij nu samen,
zingen, prijzen, loven de Heer.
Laten wij dat samen doen:
zingen, prijzen, loven de Heer.
Zingen, prijzen, loven de Heer,
zingen, prijzen, loven de Heer,
zingen, prijzen, loven de Heer,
zingen, prijzen, loven de Heer.
Woord van welkom
Zingen: Mijn God, mijn herder zorgt voor mij (Lied 23c: 1, 2, 5)
1.Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij,
wijst mij een groene streek;
daar rust ik aan een stille stroom
en niets dat mij ontbreekt.
2.Hij geeft mijn ziel weer nieuwe kracht,
doet mij zijn wegen gaan,
de paden van gerechtigheid,
ter ere van zijn naam.
Uw trouw en goedheid volgen mij,
Uw liefde, dag aan dag;
en wonen zal ik in Gods huis,
zo lang ik leven mag.
Bemoediging en groet
Gebed
Voorstellen violisten en luisteren naar muziek
Prentenboek: Yep het zwarte schaap (1)
Zingen: Heer, onze Heer, hoe heerlijk is uw naam (8a: 1, 3, 6)
Heer, onze Heer, hoe heerlijk is
uw naam in de geschiedenis,
op heel de aarde, wijd en zijd.
De hemel zingt uw majesteit.
Zie ik uw sterren in de nacht,
die hemelhoog geschapen pracht,
wat is dan niet het mensenkind
dat Gij het kent en zo bemint.
Heer, onze Heer, hoe heerlijk is
uw naam in de geschiedenis,
want op de aard_is wijd en zijd
het mensenkind uw majesteit.
Spel: Wie ben ik?
Yep het zwarte schaap (2)
Zingen: Zie de zon, zie de maan (8b: 1, 4, 5)
1.Zie de zon, zie de maan,
zie de sterren in hun baan,
sterren ontelbaar, overal vandaan,
onvoorstelbaar wonderlijk gedaan,
Heer hoe heerlijk is Uw naam.
4.Voel je hart, voel je huid,
voel je adem als je fluit,
mensen ontelbaar overal vandaan,
onvoorstelbaar wonderlijk gedaan
Heer hoe heerlijk is Uw naam.
5.Zie ik de zon, de sterren en de maan,
wat een wonder dat ik mag bestaan,
Heer hoe heerlijk is Uw naam,
Heer hoe heerlijk is Uw naam.
Yep het zwarte schaap (3)
Zingen: O Heer mijn God ook deze nacht (Lied 243: 1, 6, 7 in canon)
1.O Heer mijn God, ook deze nacht
zij lof en eer U toegebracht,
omdat Gij dag en duister schept
en ons het licht gegeven hebt.
6.De dromen gaan hun eigen weg,
neem Gij het duister dreigen weg.
Verjaag de wolven van Uw schaap,
want ik ben weerloos als ik slaap.
7.Loof God de Heer die eeuwig leeft,
alles uit niets geschapen heeft,
die ons tot aan Zijn dag behoudt
en onze ogen open doet.
Yep het zwarte schaap (slot)
Vrolijke muziek
Lezen uit de Bijbel: Johannes 10:1-10
Overdenking: Het goede leven
Zingen: Ik zal er zijn (Opwekking 770)
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim
Uw naam is 'Ik ben' en 'Ik zal er zijn'
Een boog in de wolken als teken van trouw
Staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet
Ben ik bij U veilig, U die mij ziet
'Ik ben die Ik ben' is uw eeuwige naam
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij
Uw naam is 'Ik ben', en 'Ik zal er zijn'
De toekomst is zeker, ja eindeloos goed
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet
Dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan
O Naam aller namen, aan U alle eer
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn
'Ik ben die Ik ben' is uw eeuwige naam
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij
Uw naam is 'Ik ben', en 'Ik zal er zijn'
Uw naam is 'Ik ben', en 'Ik zal er zijn'
Dankgebed, voorbeden, stil gebed en gezongen Onze Vader
Zingen: Vreugde, vreugde louter vreugde (SOW 82: 1 ,2)
1.Vreugde, vreugde, louter vreugde is bij U van eeuwigheid.
Schepper, die ’t heelal verheugde,
bron van eeuw’ge vreugde zijt.
Gij, die woont in licht en luister, drijft de schaduwen uiteen.
Hij, die zoekend doolt in ’t duister,
vindt het licht bij U alleen.
2.In de harmonie der sferen
klinkt een loflied U gewijd.
Sterren, eng’len, allen eren
U, de Heer der heerlijkheid.
Velden, wouden, beken, bergen,
stromen, zeeën, alles juicht.
Vogels, bloemen en fonteinen,
’t werk dat van Uw vreugd getuigt.