zondag 12 november 2023
om 09.30 uur
It Ljochtbeaken
Voorganger(s): Mw. E. Stellingwerf-Vinke , Woudsend
Ouderling(en): Richard Elzinga
Organist: Hindrik Riemersma
Diaken van Dienst: Joop Ybema
Koster: Auke de Boer
Beamist: Leonard Marinus
Voor de dienst: Lied 744
Welkom en mededelingen door ouderling van dienst.
Zingen: Lied 146 : 1 en 3 ‘Zing, mijn ziel, voor God uw Here’
Votum en groet
Inleidende woorden
Kyriegebed
Zingen: Lied 868: 1,2 en 5 ‘Lof zij de Heer’
Gebed voor de opening van het woord
Lezen: Amos 6 : 1 - 7
Wee jullie, zorgelozen op de Sion, argelozen op de berg van Samaria, leiders van dit uitverkoren volk, tot wie de Israëlieten zich wenden! Trek naar Kalne en bekijk het goed; ga van daar naar het grote Hamat en reis dan door naar Gat, waar de Filistijnen wonen – zijn jullie sterker dan die koninkrijken of is hun gebied juist groter dan dat van jullie? Wee jullie die denken dat de onheilsdag nog ver is en die zelf de heerschappij van het geweld dichterbij brengen. Jullie liggen maar op je ivoren bedden, hangen op je divans, eten lammeren uit de kudde en kalveren uit de stal. Luidkeels zingen jullie bij de harp, en jullie denken te spelen als David zelf. Uit grote schalen drinken jullie wijn, en met de beste olie wrijven jullie je in, maar dat Jozefs volk ten onder gaat, dat deert jullie niet. Daarom gaan jullie nu als eersten in ballingschap; het gefeest en geluier is voorbij.
Zingen: Lied 101 : 1 en 2 (Sjongend op Wei) ‘Wie van ons’
Lezen: Lucas 16 : 19-31
Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dopen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen. Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de Profeten: laten ze naar hen luisteren!” De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’
Zingen: Lied 991 ‘De eersten zijn de laatsten’
in wisselzang: 1, 4,7 en 8 allen
mannen: 2 en 5
vrouwen: 3 en 6
Overdenking
Zingen: Lied 172 (Sjongend Op Wei) ‘Wij willen gaven delen’
Gebeden
Collecte
- 1e collecte: Kerk
- 2e collecte: Diaconie
Slotzang: Lied 188 (Sjongend Op Wei) ‘Waar je woont op deze wereld’
Zegenbede
Zingen: Lied 425 ‘Vervult van Uw zegen’
Na de dienst is er koffiedrinken in De Bining
|