maandag 10 juni 2024 om 13.30 uur

Dankdienst voor het leven van dhr. Jan Adema
Voorganger(s): Pastor Ytje Hinke Attema
Organist: Eeuwe de Jong






Welkom

Bemoediging en gebed

Twee kaarsen worden aangestoken aan de Paaskaars

Zingen: Evangelische liedbundel 371

Mijn Jezus, ik hou van U, ik noem U mijn vriend.
Want U nam de straf op U die ik had verdiend.
De grote Verlosser, mijn Redder bent U;
‘k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

Mijn Jezus, ik hou van U, want U hield van mij.
Toen U aan het kruis hing, een wond in uw zij.
Voor mij de genade, een doornenkroon voor U.
‘k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

Ik zal van U houden in leven en dood.
En ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood.
Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U:
‘k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom,
dan buig ik mij vóór U, in uw heiligdom.
Gekroond met uw heerlijkheid, zal ‘k zingen voor U:
‘k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu,
maar nooit zoveel als nu.

Bijbellezing: 1 Korintiërs 13 : 1 – 13 (NBV)

1 Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. 2 Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. 3 Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten. 4 De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. 5 Ze is niet grof en niet  zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6 ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. 7 Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. 8 De liefde zal nooit vergaan. Profetieën  zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt.
10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. 11 Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. 12 Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. 13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. 

Zingen: Evangelische liedbundel 376
Abba, Vader, U alleen, 
U behoor ik toe,
U alleen doorgrondt mijn hart,
U behoort het toe.
Laat mijn hart steeds vurig zijn,
U laat nooit alleen,
Abba, Vader, U alleen,
U behoor ik toe.

Abba, Vader, laat mij zijn,
slechts van U alleen,
dat mijn wil voor eeuwig zij,
d’Uwe en anders geen.
Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer,
laat mij nimmer gaan,
Abba, Vader, laat mij zijn,
slechts van U alleen.

Overweging

Zingen: Liedboek 769 vers 1, 2, 5 en 6
Eens, als de bazuinen klinken,
uit de hoogte, links en rechts,
duizend stemmen ons omringen,
ja en amen wordt gezegd,
rest er niets meer dan te zingen,
Heer’, dan is uw pleit beslecht.

Scheurt het voorhang van de wolken,
wordt uw aangezicht onthuld,
vaart de tijding door de volken
dat Gij alles richten zult:
Heer’, dan is de dood verzwolgen,
want de schriften zijn vervuld.

Mensen, komt uw lot te boven,
wacht na dit een ander uur,
gij moet op het wonder hopen
dat gij oplaait als een vuur,
want de Geest zal ons bestoken,
nieuw wordt alle creatuur.

Van die dag kan niemand weten,
maar het woord drijft aan tot spoed,
zouden wij niet haastig eten,
gaandeweg Hem tegemoet,
Jezus Christus, gist’ren, heden,
komt voor eens en komt voor goed!

Dankzegging en voorbeden

Zingen: Evangelische liedbundel 413

Lichtstad met uw paarlen poorten
wond’re stad zo hoog gebouwd
nimmer heeft men hier op aarde,
ooit uw heerlijkheid aanschouwd.

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
luist’ren naar zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
in het nieuw Jeruzalem.

Heilig oord vol licht en glorie
waar de boom des levens bloeit
en de stroom van levend water
door de gouden Godsstad vloeit.

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
luist’ren naar zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
in het nieuw Jeruzalem.

Schoon tehuis voor moede pelgrims
komend uit de zandwoestijn,
waar zij rusten van hun werken
bij de springende fontein.

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
luist’ren naar zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
in het nieuw Jeruzalem.

Wat een vreugde zal dat wezen
straks vereend te zijn met Hem
in die stad met paarlen poorten
in het nieuw Jeruzalem

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
luist’ren naar zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
in het nieuw Jeruzalem.

Zegen

Tijdens het uitdragen speelt de organist
‘Vaste rots van mijn behoud’





 

terug