Sint Agathatsjerke
Sint Agathatsjerke
Omstreeks 1090 werd het oudste muurgedeelte, bijna een meter dik, opgetrokken uit tufsteen. Dit westelijk deel van het schip heeft een Romaanse bouwstijl: zowel de kleine hoge ramen als de spaarvelden en de frieslijsten hebben aan de bovenzijde de halfcirkelvormige afronding.In de gotische periode vond uitbreiding in oostelijke richting plaats (1300/1400).
De zogenaamde Noormannenpoortjes in de noord- en zuidgevel zijn ook gotisch. De zuidzijde was de kant van het licht, de noordzijde die van het duister. De invloed van het zondeval-verhaal reikte zover dat de vrouwen de noorddeur moesten gebruiken, terwijl de mannen door de zuidpoort gingen. De losstaande toren, in ca 1140 gebouwd als romaanse verdedigingstoren, waarvan de spits in 1888 werd vervangen door een tentdak, heeft muren van meer dan een meter dikte, van buiten tufsteen, aan de binnenkant kloostermoppen. Op de torenvloer staan schandblok en martelpaal nog opgesteld, hetgeen nog herinnert aan het gebruik van de toren als gevangenis in de 16e-18e eeuw. De kerk was oorspronkelijk gewijd aan Sint-Agatha. In de toren hangt een klok uit de 14e eeuw en een klok uit 1949. Het gotische koor is waarschijnlijk uit de 14e eeuw en de koorsluiting uit 1599. In 1717 kreeg de kerk rondboogvensters met gebrandschilderd glas. In 1875 werden de muren verhoogd. Bij een restauratie in 1921, naar plannen van G.J. Veenstra, krijgt de noordzijde weer een romaanse indeling en wordt een houten tongewelf aangebracht, dat door J.Por wordt voorzien van ornamentranden. In de kerk een preekstoel en een herenbank uit de 17e eeuw en elf rouwbordenuit de 18e eeuw. Het orgel uit 1875 is gebouwd door L. van Dam en Zonen en in 1921 uitgebreid door Bakker & Timmenga. Het kerkgebouw is een rijksmonument. | ||
terug | ||